1. Wanneer een belastingplichtige overeenkomstig artikel 10, lid 3, onder b), een lidstaat van identificatie heeft gekozen, is hij aan die keuze gebonden voor het eerste tijdvak van heffing waarvoor een mededeling overeenkomstig artikel 10 is gedaan en voor de twee daaropvolgende belastingtijdvakken.
2. Indien de belastingplichtige evenwel niet langer DDB-plichtig is in die overeenkomstig artikel 10, lid 3, onder b), gekozen lidstaat van identificatie, wijzigt hij zijn lidstaat van identificatie in overeenstemming met de vereisten van artikel 10.
3. Een wijziging van de lidstaat van identificatie van een belastingplichtige wordt meegedeeld aan de huidige lidstaat van identificatie en de wijziging is van toepassing vanaf het belastingtijdvak volgende op het belastingtijdvak waarin deze informatie werd meegedeeld. De huidige lidstaat van identificatie schrapt de belastingplichtige uit het identificatieregister in overeenstemming met artikel 12, lid 2.
4. Die belastingplichtige doet mededeling aan de nieuwe lidstaat van identificatie in overeenstemming met artikel 10 en verwijzingen naar het eerste tijdvak van heffing in dat artikel gelden als verwijzingen naar het belastingtijdvak vanaf wanneer de wijziging van toepassing is.